maandag

Van Ingmar, voor...

Voordat mijn gedichten
zijn verjaard tot voorbeeld
van het een of ander,
mijn talenten zijn vervallen
tot verzameld werk,
wil ik bij jou zijn.

zondag

Turven

Een turf hoog, grote bos krullen, zijn beentjes bungelend op de stoel,tram 9:
,,Mama?”
veel turven langer, ongeïnteresseerd naar haar telefoon starend, benen op de grond, tram 9:
,,Ja”
1 turf: ,,mama, mama, Ik heb hem gedouwd”
Veel turven: ,,oh”
1 turf: ,,mama, mama, ik het hem een lessie geleerd”
Veel turven: …
1 turf: ,,mama, mama”
Veel turven: ,,ja”
1 turf: ,,toen paakte ik ze hoof en mepte’’
Veel turven: …
1 turf: mama: ,,mamaaaaa”
Veel turven: ,,Jaaaaaaaa”
1 turf: ,,en toen viel ie dus op zn bek”
Veel turven: ,,Hé, doe is normaal. Je zeg gewoon mond”

maandag

Een kaartje

Hij vond het erg, hij vond het tenminste echt heel erg...en hij, hij is de tramconducteur (T) van dienst.

F: ,,Goedenavond, mag ik van u een kaartje?”
T: (Zwijgt, scheurt, piept)
F: (Neemt kaartje aan) ,,Dankuwel.”
F: (Reikt een biljet van 20 euro aan) ,,Alstublieft."
T: (Zwijgt)
F: ,,Is er iets?"
T: ,,Dat kan niet."
F: (verbaasd) ,,Wat kan niet?"
T: ,,Wilt u een cheque?"
F: (hoort bellen, noch klokken, noch klepels, noch kwartjes) ,,ik begrijp u niet."
T: ,,Wilt u een cheque?”
F: (Hoort weliswaar geen bellen etc. maar is niet doof) ,,sorry meneer, ik begrijp u niet."
T: ,,Je kunt een cheque terugkrijgen van 17,40."
F: (?????????????) ,,Maar, waarom?"
T: ,,Dan krijg je dat binnen een paar dagen op je rekening"
F (???????????????????????????????????????????????????????) "Maar waarom?"
T: ,,U denkt toch niet dat ik daarvan (wijst vol afgrijnzen naar mijn 20 euro biljet) terug heb?"
F (weet dat je op dit moment niet moet zeggen wat je denkt, maar doet dat toch) ,,klaarblijkelijk niet. En ik heb het echt niet kleiner en.. (gaat op dit soort momenten ratelen) de volgende tram gaat pas over een half uur. En het is heel koud buiten. En het is laat".
T: ,,dus u wilt een cheque?"
F: (is toch al begonnen met zeggen wat ze denkt) ,,Heb ik een keuze?"
T: (Zwijgt. Scheurt) ,,Graag je adres en handtekening"
F: ,,Heeft u een pen?"
T: ,,nee."
F: (En ik geen keuze, dus pak een pen uit mijn tas en vis met dat mijn lege ov-chipkaart uit het vakje)
T: (verbaasd, als ware het een wonder) ,,Je hebt een ov-chipkaart"
F: (krabbel),,ja, maar die is leeg."
T: (scheurt mijn deel van de cheque af) ,,oh, maar dat is zonde voor jou."
F: (zonder spoor van sarcasme) ,,ja, maar ik had geen keuze"

Ik draai me om richting de deur. De tram is inmiddels bijna op de plaats van mijn bestemming. En heel vluchtig, nauwelijks merkbaar, komt er een gedachte in me op. Een die je niet op mag schrijven, een die je vooral niet hardop mag uitspreken. En eigenlijk ook een die je niet moet denken. Een gedachte over agressie in het openbaar vervoer, agressie jegens conducteurs. En dat ik dat na een aantal jaar openbaar vervoer in Amsterdam misschien, heel misschien, een heel klein beetje, soms zou begrijpen -maar niet goedkeur, en niet stimuleer en niet wil uitlokken of zelfs uitvoeren- alleen een heel klein beetje begrip.

En dan zegt T ineens: ,,maar ik vind het wel heel erg voor je hoor"

En daarmee is deze zak hooi voor mij in een klap verworden tot de meest empatische tramconducteur van Amsterdam. Maar dat zegt helaas weinig over hem.