maandag

Ik lees graag columns.
Bril was mijn favoriet. Sanders (VN) is mijn favoriet. Net als Campert, Witteman en Februari (de Volkskrant). Als ik Sanders en Februari heb gelezen, voel ik me altijd rijker en slimmer. Aan mensen die deze colums met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet lezen, citeer ik graag uit deze columns. Als ware het mijn eigen woorden. Dit feitje mag tussen ons blijven.

Witteman en Bril zijn meer ter vermaak. Het liefst lees ik hen dan ook gebundeld. In bed. En nóg liever voorlees ik hen gebundeld. In bed.

Vandaag toog ik naar De Slegte in de hoop een boekje gebundeld vermaak te scoren. Ik had daar eerder een bundeltje Carmiggelt gekocht. En Pekingeend bij Nacht van Sylvia Witteman. Op de bovenste verdieping bij de sectie journalistiek viel mijn oog op een boekje met de titel: Als je je ogen dicht hield, had het iets van glamour. Op het terras in de moeizame lentezon las ik het woord vooraf. De schrijfster verhaalt over een gebeurtenis waarin haar de toegang werd geweigerd tot een evenement omdat ze geen perskaart droeg. Om te laten zien dat zij zij was, haalde ze haar krant uit haar tas en sloeg de pagina met haar foto open 'waarop ik kijk alsof ik tegelijkertijd mijn hand verbrand en van achteren word genomen door een olifant.

Ik moest onbedaarlijk lachen en sloot Aaf Brandt Corstius in mijn hart. Zij is mijn nieuwe Martin.
En zo kunnen dingen (lees: vorige blogs) raar lopen.

Megalomaan

In mijn blog over Russische praktijken liet ik al stiekem doorschemeren niet volledig achter de keuze van de nieuwe zomergastenpresentator te staan. Ik insinueerde dat hij onder andere verkozen is, omdat hij de zoon is van (Hugo) en broer van (Aaf). Ik werd direct van enig verbaal repliek gediend. Zo werd mij verweten dat ik jaloers ben.

En ik geef toe dat ik het inderdaad prettig had gevonden, en handig, een fenomenale journalist als vader te hebben. Maar dan wel graag mijn eigen vader. En een zus als Aaf, maar dan wel in de vorm van mijn broer.

Maar het is waar dat ik geneigd ben om in discussies over de kwaliteit van de column van Aaf of over de aanstelling van Jelle het kruiwagenfenomeen altijd te benoemen. Maar dat ik vervolgens geen goed alternatief aandraag.

Tot vandaag.

In de Volkskrant las ik een interview met Antionnette Scheulderman. Wie? Ik moet je zeggen, dat dacht ik ook. Antionnette werkt als journalist bij Revu, Jan, Linda en is genomineerd voor De Luis 2009 – de prijs voor het beste interview van het jaar. Aan het uiterlijk van Antionnette zal het in ieder geval niet liggen, zo leert de foto bij het interview: zij houdt wel op beeld. Maar belangrijker: ze bekt zo lekker. En dat bedoel ik dan natuurlijk niet letterlijk.

Antoinnette Scheulderman is de meest politiek incorrecte (PI), politiek correcte (PC) journalist die ik ken. Zo leest ze natuurlijk alle landelijke dagbladen (PC). En de opinieweekbladen (PC). Luistert ze naar Kunststof Radio (PC+). En ergert ze zich enorm ‘aan megalomaan exhibitionisme op Twitter en Facebook’ (enorm PC). Maar Antionnette is dus ook behoorlijk PI: ze blijft thuis voor het tv-programma Voetbal International en ze smelt weg bij de magazines VT Wonen en 101 woonideeën. Dat laatste noemt ze Woonporno, ‘lekker gluren bij de buren’. Dat vind ik dan weer een beetje exhibitionistisch. Maar megalomaan kun je Antoinnette (lekker vind ik dat overigens, van die mensen die je meteen van jezelf mag tutoyeren – en bij voornaam mag aanspreken) niet noemen. Wel een zeer allround geïnteresseerde uitstekende interviewster met een goede kop.

Jammer alleen van dat laatste antwoord in het interview:

Wat mist u nog op de buis?
Een goede vrouwelijke interviewer. We hebben Frénk van der Linden en Wilfried de Jong, maar geen sterke interviewsters. Heel jammer. Dit is overigens geen open sollicitatie!’

Was ze maar wat meer megalomaan. Dan keek ik deze zomer naar Antionnette in plaats van Jelle.

donderdag

Een mooie dag

Ramsi Nasr, dichter des vaderlands, schreef een gedicht over de gebeurtenis op 4 mei op de Dam. Zijn gedicht is goud, zijn laatste zin platina:

Waar alles mag, is ieder vogelvrij