dinsdag

Cultureel Ondernemerschap

In de NRC Handelsblad stond zaterdag een bijkans briljante cartoon van Bas van der Sloot. Een man met een koffer –waarop Zijlstra staat- loopt richting een museum alwaar buiten een groot bord hangt: Uitverkoop! Topstukken! De man ziet dit en zegt: ,,zie je wel: onder de juiste randvoorwaarden bloeit het cultureel ondernemerschap helemaal op!

Zijlstra moet, net als zijn collega’s, bezuinigen. En dat is niet eenvoudig. De cultuursector is goedgebekt en kan een aardig potje schreeuwen. En terecht. Want de bezuinigen, de BTW-verhoging, maar met name de keuzes van Zijlstra en het feit dat hij de adviezen van de Raad voor Cultuur in de wind slaat, zullen enorme invloed hebben. Dit zijn niet mijn feiten, dit is slechts een weergave van ongeveer alle stemmen die ik de afgelopen tijd las en hoorde.

Maar telkens ontbrak er iets in die feitenrelazen, in de opinies. Iets wat mij persoonlijk al die tijd het meest heeft beziggehouden: 200 miljoen is een bak met geld, maar relatief zo weinig. Voor de goede orde: ik opteer er niet voor om meer te bezuinigen. Maar zo’n relatief niets-bedrag met zulke grote gevolgen, vraagt toch om een oplossing. Een creatieve oplossing.

Nog niet zo lang geleden rustte er een taboe op het afstoten van voorwerpen uit museumcollecties. Dat mocht niet van het Rijk. Toen museum Boijmans van Beuningen een Rothko wilde verkopen ten behoeve van haar nieuwbouw was er een enorme weerstand. Onder andere Aad Nuis en later Rick van der Ploeg hebben de weg geëffend om te zorgen dat de depots leger zouden raken; slechts 5% van de stukken hing in musea.

Nu zou het financieel aantrekkelijk zijn – op korte termijn, in een stel-dat-als-verhaal- als Amsterdam De Nachtwacht zou verkopen en de opbrengsten ten bate van kunst en cultuur in Nederland zou laten gaan. Maar dat zal, hoewel ik op dit vlak nog enige twijfel heb, zelfs Halbe Zijlstra –‘Van Gogh kreeg toch ook geen subsidie’- een brug te ver zijn.

Maar wat te denken van die velen zogenaamde BKR-schilderijen. De schilderijen die vanwege de Beeldende Kunstenaars Regeling door de overheid werden gekocht om diezelfde kunstenaars in hun levensonderhoud te laten voorzien. Met die opbrengsten, en dat van de verkoop van schilderijen die op een rijkeluismuur niet zouden misstaan, maar nu eeuwig gedoemd zijn tot de depots of een enkele depotvoorstelling, kunnen musea zichzelf misschien wel een tijdje bedruipen.

En dan kan dat (enorme) deel van die subsidie naar bijvoorbeeld de podiumkunsten gaan; mensenhandel is in tegenstelling tot kunsthandel nu eenmaal verboden, en peperdure transfers zijn niet gebruikelijk. Of dat geld wordt gewoon rechtstreeks aan noodlijdende instellingen gegeven.
Maar natuurlijk niet alvorens alle depotschilderijen zijn gedigitaliseerd, waardoor ze toegankelijk blijven voor een breed publiek.

En misschien kan het allemaal niet, maar als we maar genoeg blijven schreeuwen, moet er toch een iemand opstaan die zegt dat die 200 miljoen een lachertje is en tevens zorgt dat de kas snel weer vol is. Iemand met verstand van Cultureel Ondernemerschap.

1 opmerking:

  1. Beste Fleur,
    Hoewel ik je redenering van voor tot achter kan volgen, is deze niet geheel correct. Een bezuiniging van 200 miljoen op 900 miljoen is bijna een kwart! Dat is veel = zo'n 22%. Op de totale kosten van cultuur, zo'n 20 miljard, is 200 miljoen een schijntje +/- 1%!
    belangrijk daarbij is 1) te vermelden dat het gaat om een jaarlijkse bijdrage (in 5 jaar tijd dus 1 miljard gecumuleerd) en 2) andere sectoren (bijvoorbeeld de broodnodige gezondheidszorg) vaak nog harder worden geraakt.
    Je oplossing daarentegen is absoluut creatief en goed om te benoemen. In zeer slechte jaren is het zo gek nog niet het vermogen te laten krimpen (het verkopen van culturele assets), om deze in beter jaren weer aan te vullen. Een heel gewoon bedrijf eigenlijk, die cultuursector!
    Freek

    BeantwoordenVerwijderen