donderdag

Different

De Christelijke hulporganisatie Different begeleidt christenen die te maken hebben met homoseksuele gevoelens. Al jaren heeft de organisatie in betrekkelijke stilte haar gang kunnen gaan, tot Trouw de kritische noten van verzekeraars en medici opschreef: de christelijke homotherapie is ondeugdelijk en zelfs gevaarlijk, zei Hans van Eck, directeur van het Nederlands Instituut van Psychologen, in deze krant.

Minister Schippers van Volksgezondheid schrok zich een hoedje toen bleek dat deze therapie ook nog eens vergoed wordt door zorgverzekeraars en wil dat het vergoeden wat haar betreft zo snel mogelijk eindigt. Kamerleden, opiniemakers, reaguurders, buitelden over elkaar heen om zich te mengen in de discussie. En dat is natuurlik terecht omdat de overheid, bij hoofde van minister Schippers, mede bepaalt wat de inhoud van het basispakket is. De therapie van Different is conflicterend met het gelijkheidsprincipe van de overheid; homo’s zijn niet ziek, dus hoeven ook niet in therapie om te genezen.

Dit laat natuurlijk onverlet dat Different wel gewoon bestaansrecht heeft, net zoals hoogleraar praktische theologie Ruard Ganzevoort in Trouw betoogde. Hoewel hij zelfs zegt dat Different een homo-vijandig klimaat ondersteunt. Different is een onafhankelijke organisatie en hoeft daarom geen verantwoording af te leggen. Ganzevoort zijn pleidooi om Different op inhoud en met argumenten te bestrijden, is een goede instigatie.

Maar wat te doen met instellingen die eveneens een homovijandig klimaat ondersteunen, of in ieder geval geen bijdrage leveren aan een homovriendelijk klimaat, maar die wel overheidsgelden ontvangen. Is dat uit te leggen?

De Christelijke Stichting Onze Weg kreeg in 2008 bijvoorbeeld 50.000 euro overheidssubsidie, verdeeld over drie jaar. Deze Stichting heeft nooit een geheim gemaakt van haar doelstelling: het behartigen van de belangen van christenen met een homoseksuele gerichtheid of achtergrond die vanuit een diepgewortelde overtuiging geen seksuele relatie willen aangaan met iemand van hetzelfde geslacht. Een doelstelling die op het eerste oog niet strookt met de doelstelling die de overheid heeft wat betreft homo-emancipatie. Uiteindelijk werd de subsidie ingetrokken. Nadat D66-kamerlid Boris van der Ham in 2008 Kamervragen stelde, besloot Emancipatie-minister Ronald Plaskerk de subsidie in te trekken– Plaskerk moest uiteindelijk het antwoord schuldig blijven op Onze Weg wel of niet actief poogde om homo’s te genezen.

De overheid houdt dus niet van instellingen die proberen homo’s te genezen. En deze instellingen worden dus ook niet gesteund door onze overheid. Maar wat als de situatie meer diffuus is? Als de instelling niet per definitie bijdraagt aan een homovriendelijk klimaat in Nederland, maar de organisatie, bij grondwet bepaald, bestaansrecht heeft? Wat als er dus sprake is van concurrerende grondrechten, zoals in het geval van bijzondere scholen? De kantonrechter bepaalde dat een gereformeerde basisschool een homoseksuele leraar niet mag ontslaan, omdat onderscheid op grond van seksuele geaardheid in Nederland verboden is. Maar christelijke scholen willen juist de vrijheid hebben om homoseksuele leraren te weigeren en beroepen zich daarbij op artikel 23 van de Grondwet dat de vrijheid van onderwijs regelt. Maar datzelfde artikel is strijdig met artikel 1 dat discriminatie op grond van onder meer seksuele geaardheid verbiedt. De Raad van State komt later met een advies.

Waarom schrikt de minster van Volksgezondheid zich een hoedje als ze hoort dat homotherapie in het basispakket zit, wordt de subsidie voor Onze Weg ingetrokken, maar krijgt een school die het praktiseren van homoseksualiteit afkeurt wel steun van de overheid?

Het huidige onderwijssysteem is –bevochten na een jarenlange schoolstrijd- bijna 100 jaar oud. En daar moeten we niet aan tornen. Bijzondere scholen hebben bestaansrecht, christelijke stichtingen die homoseksualiteit een afwijking vinden ook. Maar als zij hun bestaansrecht mede te danken hebben aan structurele financiering uit algemene middelen, zijn deze instellingen semi-overheidsinstellingen. De overheid kan daardoor invloed uitoefenen. En zou dus een hele belangrijke voorwaarde moeten te stellen: instellingen die overheidssteun ontvangen moet voldoen aan het non- discriminatiebeginsel. Ondertekend, beloofd of gezworen aan God.
En mochten er onverhoopt tussen droom en daad wetten in de weg staan, wens ik dat artikel 1 doorslaggevend zal zijn.

Een verkorte versie van dit artikel verscheen in Trouw

Geen opmerkingen:

Een reactie posten